05-07-2020 Ontwikkeling op het kerkuilengebied

Zoals eerder vermeld is de eerste controle van de kerkuilen achter de rug. Het seizoen is met het aantal broedgevallen en het aantal uitgevlogen en nog uit te vliegen jongen minder succesvol dan vorig jaar. Wat zeker in ons werkgebied opvalt zijn de stadia van de broedgevallen. Normaal gesproken wordt in de eerste week van juni  begonnen met het controleren van de nestkasten. In de meeste nestkasten tref je dan al jongen aan en zijn de meeste jongen ook al zover gegroeid dat ze geringd kunnen worden. Dit jaar is het beduidend anders.

kerkuil

Gebied Wanneperveen en Nijeveen

 Aan de Zomerdijk, Wanneperveen en Nijeveen weken de grootte van de jongen van de kerkuilen in deze gebieden in de eerste helft van juni niet veel af van het normale patroon van de voorgaande jaren. Zelfs stonden de jongen in een nestkast al op het punt van uitvliegen.

Gebied Koekange

In Koekange waren de uilen veel later begonnen met de eileg. Op 23 juni troffen wij nog twee nestkasten aan waar de jongen net uit het ei kropen.  Bij een ander adres konden wij de jongen van ongeveer 6 weken oud al ringen. Een enorm verschil van de start van broedgevallen  (in dit geval 6 weken) in deze regio. Wel troffen wij op een locatie, waar de voorgaande jaren geen kerkuilen hebben gebroed, nu een paartje met pas geboren jongen in de nestkast aan.

Gebied Mastenbroek

Tijdens de eerste controle in het begin van juni werden in de nestkasten allen maar eieren of zeer kleine jongen aangetroffen. Op geen enkel adres zaten er jongen in de nestkast die wij konden ringen. Wel hadden wij een fors aantal bezette nestkasten. Positief is te noemen dat op een nieuwe locatie in een net opgehangen nestkast nu kerkuilen zaten te broeden. Op een ander adres, waar de voorgaande jaren altijd kerkuilen broeden, was de nestkast onbezet. Zoals het zich laat aanzien, zijn wij pas eind juli klaar met het ringen in dit gebied.

kerkuiltjes

Gebied ’t Hoge Land

De stadia van de broedgevallen in dit gebied weken niet veel af van de polder Mastenbroek. Ook hier troffen wij eieren of kleine jongen aan tijdens de eerste controle. Positief is te melden dat wij een melding kregen van het voorkomen van kerkuilen op een bepaald adres. Bij controle bleek dat er hier tussen de dakplaten kerkuilen zaten te broeden. Ook op een ander adres bleek bij navraag kerkuilen aanwezig te zijn. Volgens de bewoners schijnen ook hier jongen aanwezig te zijn. Wij kunnen in dit gebied dus twee broedgevallen bijschrijven.

Samenvattend hebben wij tussen de werkgebieden grote verschillen in aanvang van het broedseizoen. In het ene gebied zijn de jongen al uitgevlogen, terwijl in de andere gebieden de uilen nog zitten te broeden of zeer kleine jongen hebben. Daar de jonge kerkuilen ongeveer twee maanden in de nestkast zitten, kun je stellen dat er tussen de werkgebieden twee maanden verschil zit in de aanvang van het broedseizoen.