14-04-2014 Eieren van kieviten komen massaal uit.
In een gebiedje in Overijssel tussen Meppel en Zwartsluis grenzend aan een hoogwaterzone komen op het moment van schrijven de eerste kievitsnesten uit. Op deze graslanden, waar in het verleden nagenoeg geen weidevogels voorkwamen, is sinds de aanleg van het aangrenzende hoogwatergebied de weidevogelstand sterk toegenomen. Ook de tureluurs hebben dit gebiedje ontdekt. Het eerste tureluursnest is reeds gevonden. Op 14 april troffen wij al enkele nesten aan waarin zich jonge kieviten bevonden. Deze waren nog niet zo lang geleden uit het ei gekropen. Door de matige weersomstandigheden, harde wind en af en toe een bui, is het gehele gebied niet gecontroleerd. Zoals het nu lijkt, hebben deze jongen een grote kans van slagen om vliegvlug te worden. Het maaien van het gras zal nog zeker twee weken duren, zodat de jongen een redelijke kans hebben om weg te komen of ze zijn natuurlijk makkelijker te vinden om in een gemaaid perceel weer uit te zetten. De invloed van predatoren en slechte weersomstandigheden kunnen natuurlijk altijd nog roet in het eten gooien, maar dat is op dit moment niet te voorspellen.
10-04 2014 Eerste jonge kieviten.
De eerste jonge kieviten zijn aangetroffen. Op het bouwterrein van Bodelaeke zijn op 9 april de eerste jongen uit het ei gekropen. Dit is wel bijzonder vroeg voor de tijd van het jaar. Vooral als je gaat terugrekenen wanneer het eerste ei gelegd moet zijn, dan kom je ongeveer op 8 maart uit. Ter verduidelijking; het eerste kievitsei van Nederland werd dit jaar gevonden op 5 maart.
02-04-2014 Barsbeek
Woensdag 2 april was ons eerste officiële bezoek aan de Barsbeekpolder bij Zwartsluis en het bouwterrein Bodelaeke bij Giethoorn.
De eerste keer is het altijd weer spannend welke en hoeveel vogels er teruggekeerd zijn van hun winterverblijf.
Het was prachtig weer deze woensdag. Eerst nog dikke mist, maar tegen 10 uur begon de zon steeds meer door te komen. Omdat we aanvankelijk niets konden zien door de mist maar begonnen met koffie bij Joop in de Waterlelie in Beltschutsloot. Daarna op weg naar de Barsbeekpolder. Daar aangekomen ontdekten we al gauw een aantal wulpen, maar nog geen teken van een broedende wulp. Wel natuurlijk het prachtige jodelen. We vervolgen onze ronde en zien buitelende kieviten en tamelijk veel veldleeuweriken. Onze grote belangstelling gaat natuurlijk ook uit naar de meest kwetsbare soort van dit moment: de grutto. We ontdekten ongeveer 20 paartjes. Wat minder is dan een aantal jaren geleden, maar ongeveer evenveel als vorig jaar. De eerste eieren zullen wel niet lang meer op zich laten wachten. De krent in de pap in deze polder deze morgen was toch wel de waarneming van een velduil. Deze prachtige vogel, die tegenwoordig uiterst zeldzaam is, konden we goed waarnemen, zittend aan de rand van de sloot.
Daarna vervolgen we onze route naar Bodelaeke. Zouden de kleine plevieren en de bontbekplevieren al terug zijn? Al snel bleek dat we deze vraag bevestigend konden beantwoorden. Eerst zagen we een aantal kleine plevieren en daarna een bontbekplevier zittend op een kiezelpad. Bij nadere inspectie bleek dat deze al zat te broeden op 4 eieren. Normaal broedt de bontbekplevier pas in mei, dus een zeer uitzonderlijke waarneming. Bovendien broeden er maar rond de 380 paartjes in Nederland, dat maakt het nog meer bijzonder. Daarnaast ontdekten we ook nog een kluut, veel fouragerende tureluurs, bergeenden, kieviten en scholeksters.
Al met al kunnen we terugzien op een prachtige morgen en is het voor ons vogelliefhebbers zeker de mooiste tijd van het jaar.
Hilbert, Elise en Henk.
20-02-2014 Weidevogelbalans
Sinds 1990 gaan de aantallen boerenlandvogels achteruit in Europa. De achteruitgang van deze boerenlandvogels is becijferd op ongeveer 20%. Weidevogels zoals kievit, grutto, tureluur, graspieper en veldleeuwerik zijn met 30-50% nog sterker afgenomen. In Nederland treffen wij de sterkste afname aan bij de steltlopers. Het scholeksterbestand is met tweederde afgenomen, de grutto met de helft, de watersnip en kievit met een derde en de wulp met 20%. De tureluur kan zich nog redelijk handhaven.
Bij de eenden doen de krakeend en kuifeend het goed. De beide talingensoorten gaan momenteel hard achteruit. Daartegenover blijkt de slobeend zich weer wat te herstellen.
Van de klassieke weidevogels is in Drenthe de scholekster tussen 2002 en 2011 met bijna 13%, de kievit met ruim 6%, de grutto met 13% en de tureluur met 7,5% afgenomen. Daarmee is Drenthe de provincie met de slechtste cijfers. Daarentegen scoort Overijssel nog redelijk. De kievit doet het met een toename van 0.8% ten opzichte van een landelijke afname van 3.4% dus nog redelijk goed. De achteruitgang van de tureluur met 1.1% ten opzichte van een landelijke achteruitgang van 2.1% valt ook nog mee. De grutto is in deze provincie in zwaar weer gekomen. De achteruitgang bedroeg maar liefst 9.6%.
In het jaar 2011 is er ruim 58 miljoen euro uitgegeven aan weidevogelbescherming.
19-11-2013 Ontwikkelingen weidevogels in de Barsbeek.
De laatste jaren gaat het niet goed met de weidevogels in de Barsbeek. Deze polder, in potentie een heel goed weidevogelgebied, wordt de laatste jaren geplaagd door predatie door met name de vos. De polder, waar Natuurmonumenten ongeveer van ongeveer 170 hectare eigenaars is, kent voor weidevogels een goede variatie in maaitrappen. Gewoon boerenland wordt afgewisseld met kavels met diverse verschillende maaidata. Ook extensief weiden op goede percelen is ruim voorhanden. Kruidenrijk grasland en botanisch beheer wordt toegepast op diverse percelen. Een plasdras situatie op een kavel maakt het totaalbeeld van een goed weidevogelgebied compleet.
Op het boerenland zonder een uitgestelde maaidatum vindt weidevogelbescherming plaats. Op de kavels met een uitgestelde maaidatum worden de aantallen weidevogels (broedparen) vastgesteld door inventarisaties vanaf de openbare wegen. Ook werden deze percelen af en toe geïnventariseerd met behulp van een tractor. Door de percelen een keer af te rijden met behulp van een tractor kregen wij een prima beeld van de aanwezige broedende vogels. De laatste jaren echter viel de sterke afname van broedende vogels echter duidelijk op. Weidevogels waren wel aanwezig maar ze kwamen niet toto broeden. De predatie tijdens de eifase was dermate hoog dat dit jaar ook een duidelijke afname te zien was in de aantallen aanwezige vogels.
Door inventarisatie vanaf de weg (BMP methode) kregen wij een verkeerd beeld van de aantallen weidevogels, namelijk wel aanwezige weidevogels, maar geen volledige legsels en al helemaal geen vliegvlugge kuikens. Door de cijfers van de laatste jaren naast elkaar te leggen kunnen wij dit duidelijk maken. Ook verruiging van bepaalde percelen kunnen wij nu herleiden aan bepaalde soorten weidevogels. Een prima kavel voor de grutto is minder geschikt voor graspieper en andersom. In 2005 waren er bijv. slechts 34 broedparen van de grutto en daar tegenover maar liefst 124 broedparen graspiepers. In 2009 zien wij een duidelijke toename van broedparen grutto’s en dus ook weer een afname van graspiepers. In 2013 zien wij het tegenover gestelde verschijnsel.
In het jaar 2012 en 2013 zien wij duidelijk het resultaat van de al enkele jaren hoge predatie.
De aantallen kieviten in deze beide jaren (inventarisatie gegevens vanaf openbare wegen plus nestvondsten) werden vastgesteld op respectievelijk 41 en 54 broedparen. De tureluur echter, die meestal zijn nest maakt vlakbij een kievitsnest, zijn wij in aantallen sterk teruglopen. De conclusie hiervan is, dat nesten van kieviten bijna niet voorkwamen en dus de tureluurs geen gebruik konden maken van de bescherming van de in de nabijheid broedende kieviten. Dit gegeven geldt natuurlijk ook voor grutto’s en in de buurt broedende tureluurs. Door de sterke afname van de kievit en gruttolegsels namen de aantallen tureluurs ook zeer sterk af.
De cijfers die verkregen worden door inventarisatierondes vanaf openbare wegen geven wel de aantallen aanwezige weidevogels aan, maar niet de vet. broedresultaten. De aantallen vogels, vermeld in het onderstaande overzicht, geven dus niet aan dat het broedsucces de afgelopen haren bijzonder slecht was. Wat wel aangetoond wordt is dat door de predatie van de afgelopen jaren de sterke afname van het aantal broedparen van bijv. grutto en tureluur verklaard is.
15-05-2013 Barsbeek 2013
Half april is er een inventarisatie van de aantallen weidevogels uitgevoerd in de polder. Het aantal aanwezige gruttoparen bedroeg slechts 23. Ook het kievitenbestand met 20 broedparen was aan de magere kant. Door het koude voorjaar was alles natuurlijk later. De kans zat er in dat het bestand wat later in het seizoen zou aantrekken.
De laatste week van april zijn we begonnen met het in kaart brengen van het aantal legsels van de weidevogels in de Barsbeek. De eerste gruttonesten werden gevonden. Met extra ‘weidevogelmensen’ was het de bedoeling om op 30 april het grootste gebied van de polder af te zoeken om zodoende een beeld te krijgen van de aanwezige legsels van vooral de grutto. In de morgen bleek echter, dat een gedeelte van de polder opvallend stil was geworden. Later bleek ook waarom. Doordat de grutto’s geen territoriaal gedrag meer vertoonden, werden de gevonden nesten van een week ervoor even gecontroleerd. Deze bleken echter allemaal gepredeerd.
Er is dus een grote kans, dat de situatie van de vorige jaren zich herhaald met als gevolg dat er niet of nauwelijks kuikens van de weidevogels vliegvlug worden.
15-05-2013 Populatie vogels verdwenen (dijkjes 2013)
Bij de camperplaats (langs het kanaal achter Bodelaeke) in Giethoorn zijn wij vorige week begonnen met het inventariseren van het aantal broedvogels. Vorig jaar werd alles opgeruimd door de vos. Wij waren echter benieuwd hoe het dit jaar zou verlopen. Op 7 mei hebben wij een ronde gedaan over de dijkjes. Tal van kokmeeuwen hadden de dijkjes weer uitgekozen als nestplaats, evenals ganzen en diverse eendensoorten. Op de dijkjes troffen wij 62 broedparen kokmeeuwen, 1 krakeend, 2 nijlgans, 7 grauwe gans, 1 kuifeend, wilde eend en 1 slobeend aan. Ook een paartje kieviten had hier zijn eieren reeds uitgebroed.
In het riet inventariseerden wij 2 paren rietzangers, 7 paren gele kwikstaart en 2 paren rietgorzen.
Tijdens een bezoek aan het bouwterrein van Bodelaeke op 13 mei leek het op het terrein met de dijkjes aardig uitgestorven te zijn. Je hoorde en zag nog een enkele kokmeeuw op de dijkjes zitten, maar het was een zeer afwijkend beeld met een week ervoor. Dus op 14 mei maar weer over de dijkjes gelopen om te kijken wat er nu aan de hand was. Al gauw bleek, dat nagenoeg alle meeuwennesten waren gepredeerd. Een enkel paartje meeuwen was nog met een vervolglegsel begonnen. Ook de eendennesten waren verdwenen. Alleen een nijlgans zat nog te broeden. Bij een enkel gepredeerd nest werden vossenkeutels gevonden. Dus de dader was bekend. Dat wij dit jaar een herhaling zouden krijgen van vorig jaar was een teleurstellende ervaring.
22-11-2012 Gebied Giethoorn bij de camperplaats
Evenals vorig jaar hebben wij inventarisatiewerk verricht op de dijkjes bij de camperplaats in Giethoorn. Dit gebiedje, wat lijkt op een rijstveld, bestaat uit dijkjes waartussen water gelegen is. De oppervlakte van de dijkjes is ongeveer een halve hectare groot. Vorig jaar kwamen hier veel vogels voor. Nadeel was echter dat de dijkjes opengesteld waren voor wandelaars. Dit had tot gevolg dat mensen er hun honden uitlieten en dat er zelfs met paarden overheen werd gereden. Voor broedende vogels geen gewenst scenario. Door het voorkomen van veel broedende vogels, hebben wij het initiatief genomen om bij Natuurmonumenten (eigenaar van het gebied) aan te kloppen om het gebiedje tijdens het broedseizoen af te sluiten voor het publiek. Er is besloten om hier gedeeltelijk aan te voldoen en dus werd een gedeelte van het gebied tijdelijk afgesloten.
Begin april werd de waarde van dit gebiedje onderstreept. Minimaal honderd grutto’s zaten op de dijkjes. Zelfs enkele kemphanen werden waargenomen. Er liepen kleinen plevieren, bontbekplevieren, kieviten, scholeksters, tureluurs, kluten en diverse eendensoorten rond. Het zag er dus voor het komende seizoen weer goed uit. Eind april hebben wij de dijkjes afgelopen en troffen enkele kievit, tureluur en eendennesten aan. Ook liepen er de eerste jongen rond van kieviten. In mei werd het met broedende vogels drukker in het gebiedje. Er werden een paar nesten van kleine plevieren gevonden en ook de gele kwikstaart liet van zich horen. In juni werd het spektakel compleet. Een kolonie van kokmeeuwen hadden bezit genomen van het gebied. Wanneer je het gebiedje betrad om een inventarisatie te doen dan hadden wij tientallen alarmerende vogels boven ons hangen.
Na verloop van tijd kwamen de eerste meeuweneieren ook uit. Er is op dat moment een bezoek gebracht aan het gebied door Hilbert Folkerts en Ronald Messemaker van Natuurmonumenten. Dit om de waarde van het gebied te onderstrepen. Wat direct opviel was het ontbreken van de alarmerende vogels. Later bleek ook waarom. Op een enkel nest na was alles gepredeerd. Jonge meeuwen waren allemaal verdwenen, evenals jonge tureluurs, kieviten, kleine plevieren en scholeksters. Wij vonden nog slechts een paar nesten van kuifeenden en twee nesten van kokmeeuwen. Wat we verder aantroffen waren de restanten van tureluurs, meeuwen en kuifeenden. Doordat het gebied aan drie kanten omgeven is door brede waterpartijen en aan één kant door bebouwing, waren wij ervan uitgegaan dat predatoren (gezien de hoeveelheid van predatie naar alle waarschijnlijkheid vos) dit gebiedje niet zouden betreden. Helaas is dit een verkeerde inschatting geweest. In amper een week tijd waren alle voorkomende nesten en kuikens op een paar na opgeruimd.
Gevonden nesten in dit gebied:
Gele Kwikstaart | 4 |
Kokmeeuw | 35 |
Tureluur | 4 |
Tafeleend | 1 |
Kuifeend | 8 |
Kleine Plevier | 2 |
Kievit | 5 |
Scholekster | 1 |
Bontbekplevier | 1 |
Meerkoet | 7 |
Fuut | 6 |
Jonge Bontbekplevieren voor het ringen
22-11-2012 Weidevogels
Evenals andere jaren keken wij in de maand maart weer uit naar het arriveren van de weidevogels. De kieviten als eerste, dan de wulp en vervolgens de grutto en tureluur. Ook is het altijd weer de vraag van de aantallen. Wat direct al opviel in maart waren de kleine aantallen kieviten.
Gebied Nijeveen
In dit gebied kennen wij al jaren een achteruitgang van de aantallen weidevogels. Op een enkele kavel zie je nog een kievit, maar verder komen in dit open weidegebied nu nog nauwelijks of geen weidevogels meer voor. Door een inventarisatie te doen in het door ons beschermingsgebied bleek ook maar weer, hoe sterk de aantallen achteruitgegaan zijn. Als wij de gegevens van de negentiger jaren van de vorige eeuw erbij pakken, dan zie je ook duidelijk het verschil. In bijv. het jaar 1998 vonden wij is ons gebied nog 200 kievitnesten, nu is dat teruggelopen naar slechts 20 broedparen. Ook hadden wij in dat jaar ook nog een twintigtal grutto’s, nu zijn ze bijna verdwenen.
Een positieve ontwikkeling was dat in het noordelijke gedeelte van ons gebied twee gruttoparen aan het broeden waren. Verder werden enkele kievitnesten gevonden op de maïslanden. Door de lage aantallen weidevogels zijn de weidevogels echter kwetsbaar voor predatoren. De werkzaamheden op de bouwlanden in de maand april veroorzaakt veel onrust en trekt daardoor ook predatoren aan. Bij onvoldoende aanwezigheid van broedende vogels is de verdediging slecht en de predatie hoog.
Gegevens:
Kievit | 20 |
Tureluur | 1 |
Wulp | 1 |
Grutto | 2 |
Jonge tureluurs voor het ringen.
Gebied Wanneperveen
De heren Klaas Tuut en Jans Bijker beschermen al enkele jaren de weidevogels in dit gebied. In dit gebied komen hoofdzakelijk kieviten voor. De aantallen zijn de laatste jaren redelijk stabiel. Op 15 maart werd het eerste kievitsei gevonden door Klaas Tuut. Even later vond Jans Bijker een nestje met twee eieren. In totaal zijn er 13 kievitsnesten gevonden.
Gebied Barsbeek
Dit seizoen werden de weidevogels in deze polder beschermd door de heren Henk Boer, Jans Bijker en Hilbert Folkerts. Vorig jaar kregen wij te maken met een hoge predatie door hoofdzakelijk de vos. Dit had tot gevolg dat enkele gebieden in de polder verstoken bleven van broedende vogels. Wij waren dan ook zeer benieuwd of deze ontwikkeling doorzette of dat wij weer met een toename van het aantal broedparen te maken kregen.
In dit vroege voorjaar werd al gauw duidelijk dat de negatieve ontwikkeling van vorig jaar zich doorzette. In het eens zeer rijke weidevogelgebied waren nu nog maar enkele kieviten aanwezig. Buitendijks kwam bij de Noorderkolk zelfs geen enkele weidevogel meer voor. Ook in de polder zelf waren slechts een handvol kieviten. Dit gaf natuurlijk geen goed gevoel. Want hoe zou het in de maand april verlopen met het vestigen van de grutto? Tijdens het verloop van deze maand werd duidelijk dat ook deze vogel sterk in aantal was achteruitgegaan. Ook de wulp en diverse eendensoorten werden niet of nauwelijks waargenomen. Ook dit jaar werden de aanwezige nesten op het normaal bewerkte boerenland al gauw gepredeerd. Ook rondom het plasdras gedeelte, waar in het begin van april toch veel weidevogels aan het foerageren waren, werden in het verloop van het seizoen maar een enkel nest gevonden. Het vermoeden was dan ook dat de aanwezigheid van de vos de oorzaak zou kunnen zijn van het wegblijven van broedvogels. Het zoeken naar nesten had dan ook weinig zin, ook omdat er maar zeer weinig vogels aanwezig waren. In mei hebben wij een inventarisatie naar de aanwezige nesten van alle voorkomende weidevogels. Met behulp van een geleende trekker van de familie Boeve hebben de heren Jans Bijker en Hilbert Folkerts een groot gedeelte van de polder afgereden om de aanwezige nesten in kaart te brengen. Dit zoeken met een trekker heeft veel voordelen. Je zit hoog en hebt dus een goed zichtveld, door de aanwezigheid van een cabine zit je droog, broedende vogels blijven lang op het nest zitten en je maakt geen geursporen. Er wordt beweerd dat vossen de weidevogelbeschermers nalopen en op deze manier de nesten gemakkelijk kunnen vinden. Dit is echter een veronderstelling, maar toch proberen wij het lopen in de weilanden tot een minimum te beperken. Tijdens deze inventarisatie bleek al snel dat ook de grutto het dit jaar slecht deed. Slechts 23 broedparen werden aangetroffen. Wanneer de situatie in deze polder niet veranderd, moeten wij binnen afzienbare tijd door het ontbreken van weidevogels afscheid nemen van dit eens zo weidevogelrijk gebied.
Zeer bijzonder was de melding van de aanwezigheid van een velduil in dit gebied. Deze uil jaagt ook wel overdag. Wij hebben direct een bezoek gebracht aan dit gebied en inderdaad namen wij een velduil waar. Tot onze verbazing werd er een tijdje later nog een velduil gezien. Door langdurig observeren zagen wij de uil steeds landen in en opstijgen van dezelfde kavel. Jaren geleden is er door twee mensen uit Zwartsluis een nest met drie eieren gevonden van deze uil. Daar is toen verder niets mee gedaan. Dus is ook onbekend of dit een geslaagd broedgeval was. De gedachte, dat het nu wel weer eens om een broedgeval zou kunnen gaan, was dus niet zo vreemd. Door Natuurmonumenten is actie ondernomen om de omgeving van de vermoedelijke broedlocatie niet te maaien om op deze manier deze zeldzame broedvogel een kans te geven om hun jongen groot te brengen. Wij weten echter niet of dit broedgeval geslaagd is.
Totalen van dit gebied:
Kievit | 21 |
Tureluur | 8 |
Wulp | 5 |
Grutto | 28 |
Scholekster | 3 |
Slobeend | 8 |
Wintertaling | 6 |
Zomertaling | 4 |
Wilde Eend | 13 |
Krakeend | 8 |
Gele Kwikstaart | 4 |
Kwartel | 4 |
Graspieper | 48 |
Veldleeuwerik | 6 |
Nest van de kluut
Weidevogels reservaat Giethoorn
Dit gebied is onder te verdelen in twee gedeelten, namelijk het gebied grofweg gelegen tussen Wanneperveen en De Klosse en het gebied gelegen tussen De Klosse en Steenwijk. Dit extensief beheerd gebied kenmerkt zich door een hoge waterstand. Obe Brandsma doet in dit gebied al jaren onderzoek naar de aanwezige weidevogels. Het gebied herbergt niet zozeer grote aantallen weidevogels maar alle soorten, ook de zeer kwetsbare, komen er voor. Dit jaar werd het noordelijke gedeelte, dus tussen De Klosse en Steenwijk, geplaagd door hoge predatie door de vos. Het gedeelte tussen Wanneperveen en De Klosse deed het veel beter. Vooral tureluur en watersnip deden het goed. Kievit, grutto en wulp lieten een wat minder resultaat zien.
Gegevens:
Kievit | 79 |
Wulp | 28 |
Tureluur | 33 |
Watersnip | 18 |
Grutto | 41 |
Graspieper | 78 |
Veldleeuwerik | 11 |
Wintertalin | 1 |
Zomertaling | 9 |
Krakeend | 8 |
Kuifeend | 9 |
Slobeend | 24 |